Wednesday, January 31, 2007
LIB UNI EN ARAB UNI BLIJVEN DICHT
Deze kop vraagt om een uitleg. De Lib uni is de Lebanese University en de Arab uni is de Arabische University. Een beetje zoals de VU en de UVA. Al ligt het niveau allemaal een klein beetje lager. Zo hebben ze op de Lebanese University in veel gevallen geen werkende WC's in de gebouwen. Computers? Af en toe, maar veel werknemers bij de administratie zijn al jaren onzichtbaar omdat ze achter enorme stapels papieren en documenten zitten. En nee, Libanese studenten kennen geen OV-jaarkaart. Sterker nog: Libanon heeft geen trein.
Maar goed, daar gaat het allemaal niet om. Wel om het feit dat beide universiteiten tot volgende week maandag dichtblijven. Big deal, zou je denken.
Toch is dit behoorlijk zorgwekkend. De Arab University zag vorige week massale rellen tussen soennitische en shi'ietische studenten (inclusief drie doden, 160 gewonden). De eersten zijn voor de regering, de laatsten staan achter de door Hezbollah geleide oppositie.
De Arab Univerity staat in een soennietisch deel van Beirut, en shi'ieten krijgen steeds meer het gevoel dat het een puur soennietische Arab University aan het worden is, waar hun aanwezigheid niet meer op prijs wordt gesteld. Uit wraak dreigen shi'ieten - die met name sterk zijn vertegenwoordigd aan de Lebanese University - alle soennieten (en Druzen trouwens ook) te weren van "hun" universiteit. Dat zou dus betekenen dat de Arab University puur soennietisch wordt en de Lebanese University puur shi'ietisch.
En dat is dus een vrij rampzalig teken des tijds. De jeugd heeft de toekomst? Wellicht, maar hier is iedereen bang de universiteiten "gezuiverd" zullen worden door de dominante groepen op het moment dat ze open gaan. Andere, prive universiteiten, hebben vandaag trouwens wel hun deuren weer geopend.
Trouwens, zo lijkt me, de schade is al gedaan. Want stel dat het allemaal weer pais en vree wordt op beide universiteiten, dan nog zullen veel ouders er volgend jaar voor kiezen om hun kinderen te sturen naar een universiteit "waar ze zich veilig voelen". Dus steeds meer soennieten gaan naar de Arab University, steeds meer shi'ieten naar de Lebanese University. Zou ik ook doen als ik ouder of student was. Je wilt niet het risico lopen om plotseling afgetuigd (of erger) te worden omdat je tot de minderheid behoort. Waarom een minderheid zijn, als je voor hetzelfde geld tot de meerderheid kan behoren.
Harald Doornbos
Monday, January 29, 2007
EEN GELUKKIG ASHURA (waar heb je het nou weer over!?)
Ok, vandaag is het Ashura. Nou niet direct een vrije dag in Nederland, maar toch. Ashura is uiterst belangrijk voor moslims overal ter wereld, maar vooral voor shi'ieten. 40 procent van de Libanese bevolking is shi'ietisch, dus hier is het werkelijk een grootse gebeurtenis. Het is wel een officiele vrije dag voor alle Libanezen.
Ashura is GEEN feest, maar juist de TREURIGSTE DAG voor met name shi'ieten. Op sommige plekken doen de shi'ieten aan zelfkastijding. In Paksitan bijvoorbeeld en in Libanon. Rug of voorhoofd kapotslaan met messen - dat soort fratsen. Maar in Iran, het belangrijskte shi'ietische land ter wereld, is zelfkastijding verboden. Als je zo nodig bloed wilt laten vloeien (ten teken van rouw over de moord op Hussein in de zevende eeuw), dan kan je in Iran bijvoorbeeld een halve liter bloed doneren bij je lokale Rode halve maan. Volgens de meeste Iraniers is jezelf kapot slaan een achterlijke gewoonte.
Tijdens Ashura (en de voorbereidingen die ongeveer tien dagen eerder beginnen), dragen de meeste shi'ieten zwarte kleren. Dit ten teken van rouw. Shi'ietische vrouwen dragen bijna allemaal of een zwarte hoofddoek of een zwarte habaja (lang gewaad). Dat kwam goed uit tijdens de rellen van afgelopen donderdag hier in Beirut tussen soennieten en shi'ieten. Omdat beide groepen moslims zijn en veel van hun vrouwen dus een hoofddoek dragen, viel in eerste instantie niet echt het verschil te zien tussen shi'ietische of soennietische vrouwen. Maar aangezien de meste shi'ietische vrouwen zwarte kledij droegen vanwege Ashura, wisten de soennieten welke vrouwen ze in elkaar konden slaan en de shi'ieten op hun beurt wisten zo weer dat ze alleen stenen moesten gooien naar vrouwen met niet-zwarte hoofddoeken.
Shi'ieten herdenken dat Hussein, de kleinzoon van de profeet Muhammad, in de zevende eeuw (jaar 680) werd vermoord in Karbala, in Irak. Al spreken moslims in zulke gevallen niet over moord, maar over het bereiken van het martelaarschap. Met een beetje kunst en vliegwerk zou je het kunnen vergelijken met Pasen voor christenen. Volgens gelovigen stierf Jezus voor de zonden van de mensen. Hetzelfde principe zit achter de dood van Hussein. Hij offerde zich op zodat moslims later op het juiste pad zouden blijven, zo menen shi'ieten. Iedere religie heeft trouwens een ware passie voor bloed, iets dat te denken geeft. Maar ja, dat is een ander verhaal.
De daders van de moord op Hussein (en nog enkele tientallen anderen) waren soennietische moslims. Vandaar ook dat Ashura van oudsher een herdenking is die nogal tot veel controverse leidt. Shi'ieten nemen de soennieten kwalijk dat zij Hussein hebben vermoord. Sommige soennieten menen juist dat Hussein van het rechte pad was gedwaald en beschouwen shi'ieten als 'heidenen'.
Ashura verenigt moslims niet, maar verdeelt hen juist. Zeker op plekken waar soennieten en shi'ieten bij elkaar in de buurt wonen, levert het bijna altijd geouwehoer op. In Pakistan werden twee dagen geleden 15 shi'ieten opgeblazen door soennieten in de stad Peshawar. In Irak hebben de soennieten nou niet echt Ashura nodig om shi'ieten af te maken, maar het dient als een extra motivatie om van shi'ieten af te komen. Vandaar ook dat zich gisteren 600 soennitische opstandelingen hadden verzameld in de buurt van Najaf (een heilige shi'ietische stad in Irak), in een poging Ashura bloedig te verstoren.
Nog iets: 600 soennitische opstandelingen bij elkaar is voor Irak werkelijk een ZEER ZELDZAME gebeurtenis. Vaak opereren ze in groepjes van vier, vijf, af en toe tien, twintig. 600 opstandelingen bij elkaar in werkelijk ongehoord. Het toont niet alleen aan dat de soennietische opstand nog verre van over is, maar bewijst tevens wat een enorme haat radicale soennieten voelen ten opzichte van shi'ieten.
Omdat we nu eenmaal leven in een tijd dat de tegenstelling soennieten-shi'ieten enorm aan het toenemen is, zal Ashura dit jaar - en volgend jaar, en het jaar er op -een bloedige gebeurtenis blijven. Neemt niet weg dat hier in Beirut alles nog rustig is. Mensen rouwen, zingen klaagliederen of lezen gedichten in grote hallen in de zuidelijke buitenwijk van Beirut waar met name shi'ieten wonen. Een paar lui slaan hun hoofd kapot. Maar dit is niets vergeleken bij wat ik eens zag in Pakistan. In Rawalpindi sloegen de boys hun ruggen zo kapot met messen dat een groot aantal moest worden afgevoerd in ambulances (Voor het begon zeiden de meesten nog tegen me: "Wij voelen geen pijn". Tja.) Een Amerikaanse collega van me zat totaal onder de bloedspetters. Dat werd dus flink lang douchen toen ze thuis aan kwam in Islamabad.
Opvallend detail: Geen van de tijdens de zomeroorlog platgebombardeerde flatgebouwen in Beirut is inmiddels herbouwd (het puin is geruimd, maar nergens nog is zelfs begonnen met de wederopbouw). Behalve de Ashura-hal in de wijk Haret Hreik is hersteld van alle oorlogsschade. Toont de prioriteit aan van de mensen in de shi'ietische buitenwijken. Een niet religieuse Nederlander valt in het Midden Oosten altijd weer van de ene verbazing in de andere.
Meer details over Ashura: http://en.wikipedia.org/wiki/Day_of_Ashura
Harald Doornbos
Saturday, January 27, 2007
OOK LIBANON’S JONGE GENERATIE STORT ZICH MET PASSIE IN NIEUW CONFLICT
Na de sektarische rellen van donderdag in de Libanese hoofdstad Beiroet, maakt de bevolking een dag later de balans op van de schade. Vier doden, bijna driehonderd gewonden, vele vernielde winkels, banken en auto’s. En tenminste een gesneuvelde relatie.
“Gisteren hebben mijn vriendin en ik besloten om het uit te maken,” zegt Marwan, een 20-jarige Libanese jongen, staand nabij de Arabische Universiteit in Beiroet, waar op donderdag dodelijke rellen uitbraken tussen soennietische- en shi’ietische studenten.
“Ik ben een soenniet, zij een shi’iet,” vervolgt de hip geklede Libanees die studeert voor zakenman. “Na de rellen op onze universiteit zagen we in dat ons soort relatie geen toekomst heeft in een land als Libanon.” Twee jaar hadden ze al verkering. De religieuse verschillen waren eigenlijk nooit een thema. Tot een paar maanden geleden, toen de spanning toenam tussen pro-regerings soennieten en anti-regerings shi’ieten. ”We hielden van elkaar,” beweert Marwan, “Maar iedere keer verdedigt zij haar mensen en ik de mijne. Dat ging zo niet langer. Nu is het – helaas – uit.”
Tot voor kort namen Libanon’s jongeren het hun eigen ouders kwalijk dat zij het destijds, in 1975, tot een burgeroorlog lieten komen. Waarom hebben jullie dat gedaan, vroegen zonen aan hun vaders. Wat was de zin van al die doden en die vernietiging? Zeker omdat niemand won en alle strijdende partijen na de oorlog weer gewoon met elkaar moesten samenleven. De na-oorlogse generatie zou zoiets nooit doen, beweerden jongeren. Zij hadden geleerd van het verleden. Weg met de onderlinge verschillen tussen soennieten, shi’ieten en christenen, zo luidde het motto van de na-oorlogs generatie.
Maar Marwan’s verhaal maakt duidelijk hoe diep de sektariche gevoelens hier nog altijd zitten. Ook na zeven zeventien jaar vrede. Iedereen mag dan een Libanees paspoort hebben, maar de meesten voelen zich op de eerste plaats soenniet, shi’iet of christen. De delen van de stad waarin ze wonen zijn “onze wijken”, de vijand woont in “hun wijken”. “Zij” willen een burgeroorlog, “wij” willen vrede. Ook de meeste jongeren denken zo. Sterker nog; het waren studenten – die geen van allen de burgeroorlog hebben meegemaakt – die het land op donderdag in de buurt brachten van de afgrond.
“Ik was geshockeerd over al het geweld,” zegt Abbas, een 36-jarige shi’iet, die een paar kilometer verderop in een shi’ietische wijk een koffiebar runt. “Ze zijn jong, goed opgeleid en toch zien ze elkaar als shi’iet of soenniet,” vertelt hij. “Het komt allemaal omdat hun ouders maar niet genoeg krijgen van praten voer de burgeroorlog,” meent Abbas, “Zij leren hun kinderen om sektarisch te denken. De huidige jonge generatie heeft niets geleerd van het verleden. Ze zijn net zo onwetend als hun ouders.”
Vraag bijvoorbeeld in de buurt van de Arabische universiteit aan jongeren wat ze van het sektarisch geweld vinden, en je hoort nauwelijks een verzoenend geluid. Haytham Rawwas, 20, een soennietische student, geeft zonder schromen toe dat hij mee heeft gedaan aan de rellen. “De shi’ieten van Hezbollah beledigden onze premier,” zegt hij, “Dat konden we niet op ons laten zitten.” Een andere jongen, de 17-jarige Muhammad Baradai, is gematigder. “Het bloed vloeit hier gratis, het maakt me bang,” zegt hij.
Een paar kilometer verderop, in een shi’ietische wijk, vertelt Hussein, 27, dat hij “hoopt op een burgeroorlog”. ‘Dan kunnen we tenminste met die soennieten afrekenen”. Hij zegt ook wel te weten dat een burgeroorlog waarschijnlijk nergens toe leidt. Maar toch. “De soennieten beledigen vaak onze shi’ietische vrouwen,” meent hij, “Dan kunnen we alleen maar terugslaan.” Hussein en zijn shi’ietische vrienden hebben danook plannen gemaakt om alle soennietische studenten de toegang te ontzeggen van de Libanese Universiteit. “Als wij worden aangevallen op de Arabsiche Universiteit, zal er geen plaats voor hen zijn op de Libanese Universiteit,” vertelt hij.
Ondertussen kijkt Marwan, de jongen die net z’n meisje is kwijtgeraakt, een beetje sip voor zich uit. Nee, hij vindt wel weer een ander vriendinnetje, zegt hij stoer. Maar het is duidelijk dat hij liefdesverdriet heeft. En zonder het te zeggen, zie je dat Marwan hoopt dat hij haar weer terugkrijgt.
Het lijkt Libanon wel. Want net als bij Marwan moeten de Libanezen de volgende vraag beantwoorden: Proberen ze het nog een keer met elkaar. Of maken ze het uit en wordt er definitief een streep gezet door het idee om met elkaar samen te leven.
Harald Doornbos
(foto boven: Muhammad: "Bloed vloeit hier voor niets", foto midden: Mannen lopen langs pantservoertuig van het Libanese leger nabij Arabische Universiteit, foto beneden: In soennietische wijk hangen allemaal posters van vader en zoon Hariri aan de balkons. Alle foto's: copyright: Harald Doornbos)
Friday, January 26, 2007
WAT EEN RUST...
Na de gewelddadigheden van donderdag is het op dit moment - donderdagnacht - uiterst rustig in Beirut. Niet helemaal vreemd, want er geldt een uitgaansverbod. Afgezien van wat jeeps en pantserwagens zie ik vanuit mijn appartement helemaal niets langsrijden. De straten uitgestorven, de nacht stil.
Ook in andere delen van de stad schijnt het rustig te zijn. Journalisten mogen nog wel de straat op, maar ik heb de afgelopen uren zitten werken aan een artikel voor mijn krant. Morgen, vrijdag, is een belangrijke dag voor Libanon. Blijft het rustig (de spertijd houdt op om zes uur 's ochtends) of begint het weer van voren af aan (kleine incidentjes die dan weer overslaan naar de rest van de stad/het land)?
Meeste Libanezen zijn toch wel een beetje geschrokken van het geweld op donderdag. Vier doden, ruim 200 gewonden. Rellen, vecht- en schietpartijen overal door de stad. Probleem gaat met name tussen soennietische- en shi'ietische Libanezen. Die eersten staan achter de regering, die laatsten zijn er juist fel tegen en willen de regering omverwerpen.
Ben zelf de grootste deel van de middag en avond in de stad geweest. Bijna alle winkels dicht, gewone burgers probeerden zich uit de voeten te maken. Overal brandende barricade's, versperde wegen en controleposten van het leger. We werden verscheidene keren aangehouden door met stokken en honkbalknuppels bewapende groepen jongeren. Omdat ze niet op hun voorhoofd hebben staan of ze nou soennieten of shi'ieten zijn, moet je hen eerst laten praten voordat jezelf iets zegt.
Laat op de middag weggestuurd door Hezbollah-jongens die wat banden in brand aan het steken waren. "Voor je eigen veiligheid," heette het natuurlijk.
Een uurtje later of zo stuitte ik met m'n auto op een groep shi'ietische jochies die een snelweg blokkeerden en ook bezig waren wat brandjes te stichten. Ze waren dertien jaar oud of zo en hadden honkbalknuppels bij zich. Werd aangehouden door die gasten. En wat bleek? Ze wilden een lift hebben naar een andere wegblokkade. Een trok een mes, dus toen zei ik maar:
"Ok jongens, stap maar in."
De raampjes gingen open, want ze waren met z'n vijven en de knuppels pasten niet op de achterbank. Dus de knuppels en stokken staken uit de raampjes. Mijn tolk, die ook shi'ietisch is, werd nu toch een beetje nerveus. Want niet alleen hadden ze messen bij zich, een andere jongen trok een pistool.
En zo reden we een kilometertje over de snelweg. Bij een rotonde wilden ze er uit. Daar stonden tevens een paar honderd andere shi'ieten - de meesten van Hezbollah of van Amal - te demonstreren. Deze demonstranten waren ook bewapend en duidelijk niet in een gezellige bui. Iets verkeerd doen of iets fouts zeggen zou de woede van de meute kunnen oproepen. Dus ik dacht nog even: "Nee he, daar gaat m'n auto."
Gelukkig waren de liftende jochies zo vriendelijk om tegen de andere demonstranten te zeggen dat "wij goede mensen waren" (we hadden hen immers meegenomen). Vervolgens leidden ze ons door de meute, die anders geheid de voorruit kapot had geslagen.
"He, jongens - bedankt," riep ik de jochies toe, waarna ze zwaaiden en ik gas gaf.
Met de auto gered (honderden zijn er vandaag in Beiroet vernield of in brand gestoken), zei ik tegen m'n tolk dat dit toch een behoorlijk riskant tochtje aan het worden was. Want overal liepen bewapende goepen jongens over straat. Niet alleen in de shi'ietische wijken. Ook in de soennietische gebieden waar we door heen reden, patrouilleerden honderden soennieten met stokken en knuppels op de wegen. Frappant was dat Haret Hreik (een gedeelte van Dahia - de shi'ietische buitenwijken) onmiddellijk na de eerste rellen was overgenomen door Hezbollah. De Libanese verkeerspolitie was weg, Hezbollah jongens regelden het verkeer. Op kruispunten en in auto's bevonden zich Hezbollah-leden met walky-talkies in de hand.
"Tijdens de oorlog [afgelopen zomer] was ik bijna nooit bang," zei ze, "Maar dit is angstaanjagend."
De chaos, de woedende meute's, het niet weten met wie je te maken hebt, het weinig daadkrachtige optreden van de Libanese politie of het leger, de rookwolken, de wegblokkades, het geluid van geschiet. Tja, ik kon alleen maar tegen haar zeggen dat ze gelijk had.
Harald Doornbos
Na de gewelddadigheden van donderdag is het op dit moment - donderdagnacht - uiterst rustig in Beirut. Niet helemaal vreemd, want er geldt een uitgaansverbod. Afgezien van wat jeeps en pantserwagens zie ik vanuit mijn appartement helemaal niets langsrijden. De straten uitgestorven, de nacht stil.
Ook in andere delen van de stad schijnt het rustig te zijn. Journalisten mogen nog wel de straat op, maar ik heb de afgelopen uren zitten werken aan een artikel voor mijn krant. Morgen, vrijdag, is een belangrijke dag voor Libanon. Blijft het rustig (de spertijd houdt op om zes uur 's ochtends) of begint het weer van voren af aan (kleine incidentjes die dan weer overslaan naar de rest van de stad/het land)?
Meeste Libanezen zijn toch wel een beetje geschrokken van het geweld op donderdag. Vier doden, ruim 200 gewonden. Rellen, vecht- en schietpartijen overal door de stad. Probleem gaat met name tussen soennietische- en shi'ietische Libanezen. Die eersten staan achter de regering, die laatsten zijn er juist fel tegen en willen de regering omverwerpen.
Ben zelf de grootste deel van de middag en avond in de stad geweest. Bijna alle winkels dicht, gewone burgers probeerden zich uit de voeten te maken. Overal brandende barricade's, versperde wegen en controleposten van het leger. We werden verscheidene keren aangehouden door met stokken en honkbalknuppels bewapende groepen jongeren. Omdat ze niet op hun voorhoofd hebben staan of ze nou soennieten of shi'ieten zijn, moet je hen eerst laten praten voordat jezelf iets zegt.
Laat op de middag weggestuurd door Hezbollah-jongens die wat banden in brand aan het steken waren. "Voor je eigen veiligheid," heette het natuurlijk.
Een uurtje later of zo stuitte ik met m'n auto op een groep shi'ietische jochies die een snelweg blokkeerden en ook bezig waren wat brandjes te stichten. Ze waren dertien jaar oud of zo en hadden honkbalknuppels bij zich. Werd aangehouden door die gasten. En wat bleek? Ze wilden een lift hebben naar een andere wegblokkade. Een trok een mes, dus toen zei ik maar:
"Ok jongens, stap maar in."
De raampjes gingen open, want ze waren met z'n vijven en de knuppels pasten niet op de achterbank. Dus de knuppels en stokken staken uit de raampjes. Mijn tolk, die ook shi'ietisch is, werd nu toch een beetje nerveus. Want niet alleen hadden ze messen bij zich, een andere jongen trok een pistool.
En zo reden we een kilometertje over de snelweg. Bij een rotonde wilden ze er uit. Daar stonden tevens een paar honderd andere shi'ieten - de meesten van Hezbollah of van Amal - te demonstreren. Deze demonstranten waren ook bewapend en duidelijk niet in een gezellige bui. Iets verkeerd doen of iets fouts zeggen zou de woede van de meute kunnen oproepen. Dus ik dacht nog even: "Nee he, daar gaat m'n auto."
Gelukkig waren de liftende jochies zo vriendelijk om tegen de andere demonstranten te zeggen dat "wij goede mensen waren" (we hadden hen immers meegenomen). Vervolgens leidden ze ons door de meute, die anders geheid de voorruit kapot had geslagen.
"He, jongens - bedankt," riep ik de jochies toe, waarna ze zwaaiden en ik gas gaf.
Met de auto gered (honderden zijn er vandaag in Beiroet vernield of in brand gestoken), zei ik tegen m'n tolk dat dit toch een behoorlijk riskant tochtje aan het worden was. Want overal liepen bewapende goepen jongens over straat. Niet alleen in de shi'ietische wijken. Ook in de soennietische gebieden waar we door heen reden, patrouilleerden honderden soennieten met stokken en knuppels op de wegen. Frappant was dat Haret Hreik (een gedeelte van Dahia - de shi'ietische buitenwijken) onmiddellijk na de eerste rellen was overgenomen door Hezbollah. De Libanese verkeerspolitie was weg, Hezbollah jongens regelden het verkeer. Op kruispunten en in auto's bevonden zich Hezbollah-leden met walky-talkies in de hand.
"Tijdens de oorlog [afgelopen zomer] was ik bijna nooit bang," zei ze, "Maar dit is angstaanjagend."
De chaos, de woedende meute's, het niet weten met wie je te maken hebt, het weinig daadkrachtige optreden van de Libanese politie of het leger, de rookwolken, de wegblokkades, het geluid van geschiet. Tja, ik kon alleen maar tegen haar zeggen dat ze gelijk had.
Harald Doornbos
Harryzzz weer ON AIR
Geachte lezer,
Vanwege de oplaaiende problemen in Libanon heb ik besloten om Harryzzz weer te activeren. Ik zal proberen deze site zo af en toe te verversen. Kritiek op verhalen of op ondergetekende zijn natuurlijk altijd welkom via de reply knop. Racistische replies worden weggehaald.
Veel leesplezier.
Vanwege de oplaaiende problemen in Libanon heb ik besloten om Harryzzz weer te activeren. Ik zal proberen deze site zo af en toe te verversen. Kritiek op verhalen of op ondergetekende zijn natuurlijk altijd welkom via de reply knop. Racistische replies worden weggehaald.
Veel leesplezier.
Subscribe to:
Posts (Atom)