Monday, February 12, 2007
IN DOWNTOWN BEIROET KAN JE EEN SPELD HOREN VALLEN
OF: HEZBOLLAH BLIJFT LIBANON TRAKTEREN OP HAAR CONSTRUCTIEVE POLITIEK VAN "WAAROM EEN LAND OPBOUWEN ALS JE HET OOK KUNT AFBREKEN?!"
Normaliter kan je er over de hoofden van de mensen lopen. Want zeker op zondag is downtown Beiroet een plek waar letterlijk tienduizenden Libanese familie’s en buitenlandse toeristen hun vrije dag doorbrengen op terrassen en in restaurants.
Ook vandaag is het zondag. Deze plek valt vergelijken met de Kalverstraat in Amsterdam – al is het hier stukken stijlvoller, chiquer, schoner en alles vijf keer zo duur. De zon schijnt, het is prachtig weer. Tijd voor serieuze Arabische gezelligheid - een waterpijp, Libanees eten op een terras, of gewoon flaneren en winkelen.
Niet dus. Want downtown Beiroet – dat na de verwoestende burgeroorlog schitterend werd gerenoveerd door de vermoorde ex-premier Rafik Hariri – is bijna geheel uitgestorven. Sommige terassen zijn wel open, maar zonder mensen ziet het er toch anders uit. Leuk natuurlijk voor die twee kinderen die nu als gekken op hun fietsjes over de lege promenades kunnen racen, maar echt gezellig is het niet. De meeste restaurant zijn gesloten, bijna alle winkels hun deuren dicht. Het bruisende hart van de stad lijkt eerder op een begraafplaats rond middernacht, dan op een plek die bij uitstek symbool staat voor Libanon’s vitaliteit.
“Vandaag heb ik voor zestig dollar aan balonnen verkocht en voor twintig dollar aan zoetigheid,” vertelt Adnan Hadi, 28, de manager van een winkel genaamd ‘Doodle Doo’, in een nu uitgestorven straat. Tot voor kort verkocht Adnan dagelijks voor drieduizend dollar aan balonnen. De zoetigheid leverde hem zo’n vijftienhonderd dollar op. Je hoeft geen econoom te zijn om te snappen dat dit een economsiche ramp is. “Wat hier gebeurt is dramatisch,” zegt Hadi. Even verderop klaagt een ober: “Vroeger had ik geeneens tijd voor een sigaretten-pauze. Nu kan ik wel twee pakjes per dag roken. We hebben toch nauwelijks klanten.”
De reden voor het recente verval is dat het centrum van Beiroet al sinds 1 december vorig jaar wordt afgesloten door duizenden demonstranten van de radicale shi’ietische groepering Hezbollah, de Partij van God.
Dit uit protest tegen de huidige Libanese regering. Volgens Hezbollah is die regering pro-Westers en anti-Syrisch. Dat moet veranderen, vindt de door Syrie en Iran gesteunde groep. Dus leven haar aanhangers inmiddels al ruim twee maanden lang in zesthonderd tenten, waardoor Beiroet’s fraaie centrum is veranderd in een rommelige camping. Officieel zegt Hezbollah een nieuwe regering te eisen omdat de huidige er "een economisch wanbeleid van maakt". Tikkeltje cynisch, aangezien Hezbollah niet alleen downtown Beirut ruineert, maar tevens grotendeels verantwoordelijk is voor de afgelopen zomer uitgebroken oorlog met Israel, dat Libanon tien miljard dollar schade opleverde. Ook stortte Libanon's toeristenindustrie volledig in. Volgens schattingen heeft Hezbollah's beleid er het afgelopen half jaar tot geleid dat rond de 50 duizend Libanezen werkloos zijn geraakt. Op een werkende bevolking van ongeveer 2.1 miljoen is dat een fiks aantal.
Hezbollah zegt nog maanden met haar actie door te kunnnen gaan. Rellenpolitie en gewapende soldaten verbieden de Hezbollah-demonstranten om de meest trendy straten in het centrum te bezetten. Maar het resultaat blijft dat geen Libanees het nog aandurft om naar het centrum te gaan.
“Downtown Beiroet is onherstelbaar kapotgemaakt,” zegt Sami Khattar, de zonnebril dragende manager van het uiterst hippe Rotana-café. Twintig van de 65 restaurants hier zijn inmiddels failliet, zo meldt Khattar. 35 zijn tijdelijk gesloten. Van de honderd winkels in het gebied is de helft inmiddels opgedoekt, de rest gaat slechts af en toe open.
Tot voor de Hezbollah protesten was het hier tot twee uur ‘s nachts een drukte van belang. Nu sluit alles om vijf uur ‘s middags. De huur van Rotana-café bedraagt bijvoorbeeld maandelijks twintigduizend dollar, de super luxueuse inrichting kostte zes miljoen. “We zouden eind juli vorig jaar opengaan,” aldus Khattar, “Maar vlak daarvoor brak de oorlog uit tussen Hezbollah en Israel.” Toen dat na een maand voorbij was, ging Rotana uiteindelijk open in oktober vorig jaar. “We hebben tien goede dagen gehad,” vervolgt Khattar, “En daarna begon Hezbollah weer. Sindsdien ligt bijna alles stil.”
Een drama, noemt Khattar het. Niet alleen omdat zijn eigen zaak verlies draait, maar omdat Libanon opnieuw onder dreigt te gaan in politiek tumult. “Mijn zoon woont in Parijs, die wil nooit meer terug naar Beiroet,” zegt hij, “En mijn dochter hier is bijna klaar met school. Ik stuur haar naar het buitenland, want in Libanon kan je toch niets opbouwen.”
Harald Doornbos
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
1 comment:
hoi Harry,
Ik zie net dat je weer online bent. Goed om je verhalen weer te lezen, maar wel weer erg treurig en deprimerend om te zien hoe het er met Libanon voor staat.
Citaat uit je artikel: “Mijn zoon woont in Parijs, die wil nooit meer terug naar Beiroet,” zegt hij, “En mijn dochter hier is bijna klaar met school. Ik stuur haar naar het buitenland, want in Libanon kan je toch niets opbouwen.”
Ik las laatst op Yalibnan.com dat 90% van de Libanese jongeren, oftewel een kwart van de samenleving, het land wil verlaten, voorzover ze dat niet al gedaan hebben. Dit zijn met name de hoogopgeleiden en de mensen die het land zouden kunnen opbouwen.
Diep triest allemaal.
Post a Comment