Terwijl arbeiders rondzeulen met reusachtige hompen shoarma vlees op hun rug, verzamelen zich op zondag in de Libanese hoofdstad Beiroet zo’n vijfduizend mensen om mee te doen aan een shoarma-party.
Het gaat niet om het breken van het wereldrecord shoarma eten, maar om een protest tegen de politieke verdeeldheid in het land. Volgens de deelnemers leidt de nu al 100 dagen durende impasse tussen de Libanese regering en de oppositionele groepering Hezbollah tot economische malaise en zelfs wellicht een burgeroorlog.
“Dit ziet er goed uit,” vertelt Waled Alladin, een goudhandelaar uit de noord-Libanese havenstad Tripoli, terwijl hij en een stel vrienden op een paar plastic stoelen stoelen zitten en genieten van de zon en een broodje shoarma. Volgens Alladin, heeft iedereen genoeg van politiek. “Ik ben niet voor de regering, niet voor Hezbollah,” zegt hij, “Ik ben hier om naar moooie vrouwen te kijken.” Een vriend van hem, de 47-jarige Fayez, heeft geen goed woord over voor de Hezbollah-protesten die het centrum van Beiroet al ruim drie maanden platleggen middels constante protesten en een groot tentenkamp. “We zijn hier niet voor het gratis broodjes shoarma,” aldus Fayez, “Alleen maar omdat we doodziek zijn van de voortudrende protesten die dit land volledig verlammen.” Fayez, die in zaken zit, zegt geen enkele klant meer over te houden. “Niemand doet nog iets in dit land. Iedereen lijkt verslaafd aan demonstreren. Dit is dramatisch.”
Het shoarma straatfeest mag dan met name ludiek zijn bedoeld, de redenen zijn weldegelijk serieus. De organisatie is in handen van een rijke Libanese zakenman die meent dat de regering en de radciaal shi’ietische militie Hezbollah beiden halsstarrig zijn. Hij heeft zijn eigen groep de naam gegeven “de beweging van de 11e maart”.
Dit omdat Hezbollah hier wordt aangeduidt als de “8 maart beweging” (naar aanleiding van Hezbollah’s grootste demonstratie, op 8 maart 2005). De regering wordt gevormt door de “14e maart beweging”, naar de datum in 2005 toen zij erin slaagde om ruim een miljoen mensen op de been te brengen. 11 maart ligt precies in het midden van de twee data – vandaar.
“Hezbollah dient akkoord te gaan met het internationale tribunaal inzake de moord op onze premier Hariri,” vertelt een 29-jarige vrouw, “De regering moet vervolgens Hezbollah opnemen in haar gelederen. Dat is de oplossing die we willen.”
Haar moeder klaagdt echter over Hezbollah. “De regering en wij van de 11e maart willen leven om te leven, Hezbollah wil alleen maar leven voor de dood,” meent ze.
Vanuit hun tentenkamp, veertig meter verderop, kijken een paar sjagerijnige Hezbollah-aanhangers naar de shoarma etende meute. “Wij hebben genoeg eten voor ons zelf,” bromt een Hezbollah-lid, “En als deze mensen het willen, kan Hezbollah hen ook voeden.”
Ondertussen grijpen duizenden handen naar evenveel broodjes shoarma. Kinderen spelen ontspannen op straat. Witte ballonnen symboliseren vrede en compromis. Als het Libanese volkslied klinkt, staat iedereen plechtig op. Een paar Hezbollah-aanhangers doen de Hitler-groet. Altijd lachen natuurlijk.
Fayez, de vriend van goudhandelaar Waled, wil na afloop van het eten graag weten hoe hij naar Nederland kan komen met zijn familie. “En ik garandeer dat ik hard zal werken en niet zal demonstreren wanneer ik in Amsterdam woon,” grijnst hij. Vriend Waled zit ondertussen lachend naar Libanon’s vrouwelijk schoon te kijken. Leuk zo’n gratis broodje natuurlijk, maar al die topjes, rokjes en laarzen verdienen ook aandacht.
Harald Doornbos
Monday, March 12, 2007
Subscribe to:
Posts (Atom)